Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Juda zag aldaar de dochter van een Kanaanietisch man, wiens naam was Sua; en [3]hij nam haar, en [4]ging tot haar in. 3. Te weten, tot een vrouw, tegen Gods wil, het goede exempel van zijn voorvaders, en zonder twijfel, buiten, of ook tegen den raad en het goedvinden van zijn vader. Zie dergelijke huwelijken boven, hfdst.6 vs.2,4, en hfdst.26 vs.34, en hfdst.27 vs.46. 4. Zie boven, hfdst.6 vs.4.